Front|

News|

Downloads|

 

CONSTANT|cyberf

.: Texts :.

eng: 1/Maternal Politics
eng: 2/Maternal Politics
eng: 3/Maternal Politics
eng: 4/Maternal Politics/Bibliography
fr: 1/Un Manifeste Cyborg: Science, Technologie et Feminisme Socialiste à la fin du XXème Siècle
fr: 2/Un Manifeste Cyborg: Science, Technologie et Feminisme Socialiste à la fin du XXème Siècle
fr: 3/Un Manifeste Cyborg: Science, Technologie et Feminisme Socialiste à la fin du XXème Siècle
fr: 4/Un Manifeste Cyborg: Science, Technologie et Feminisme Socialiste à la fin du XXème Siècle
fr: 5/Un Manifeste Cyborg: Science, Technologie et Feminisme Socialiste à la fin du XXème Siècle
fr: 6/Un Manifeste Cyborg: Science, Technologie et Feminisme Socialiste à la fin du XXème Siècle
fr: 7/Un Manifeste Cyborg: Science, Technologie et Feminisme Socialiste à la fin du XXème Siècle
fr: 8/Un Manifeste Cyborg: Science, Technologie et Feminisme Socialiste à la fin du XXème Siècle (Notes)
fr: Comment nous avons bloqué l’OMC
fr: Cyborg Manifesto
fr: DÉLÉTER(E) LE CHROMOSOME Y? DITES X?
fr: OncoMouse
fr:1/ Le cyberféminisme différemment.
fr:2/ Le cyberféminisme différemment.
fr:3/ Le cyberféminisme différemment.
fr:4/ Le cyberféminisme différemment- notes
fr:ts1/ Theresa Senft
fr:ts2/ Theresa Senft
nl: Een heks bij de Wereldhandelsorganisatie
nl: OncoMouse
nl: Technologieën van het nomadisme of een epistemologie van het kraken
nl:1/ Cyberfeminisme met een verschil
nl:2/ Cyberfeminisme met een verschil
nl:3/ Cyberfeminisme met een verschil
nl:4/ Cyberfeminisme met een verschil- noten

 

nl:3/ Cyberfeminisme met een verschil

ref:
Cyberfeminism With A Difference
Rosi Braidotti
www.let.ruu.nl/womens_studies/rosi/cyberfem.htm
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Rosi Braidotti
vertaling: Sarah Bracke, Marleen Johanna Pas



De nood aan nieuwe utopieën

Een andere kwalitatieve verandering is echter eveneens nodig, meer bepaald in de richting van de bevestiging van seksuele differentie als de (h)erkenning van de dissymetrische verhouding tussen de seksen. Feministen hebben de universalistische neiging verworpen die het mannelijke perspectief laat samenvallen met ‘het menselijke’, waarbij het ‘vrouwelijke’ beperkt wordt tot de structurele positie van de gedevalueerde ‘andere’. Deze verdeling van sociale en symbolische arbeid houdt in dat de last van het gedevalueerde verschil op de schouders komt te liggen van bepaalde empirische referenten die gedefinieerd kunnen worden als tegengesteld aan de dominante norm: niet-man, niet-blank, niet-eigenaar, niet-spreker van een dominante taal, en zo meer. Deze hiërarchische organisatie van verschil is de sleutel tot het fallo-logocentrisme, dat het inwendige systeem van patriarchale samenlevingen vormt. Binnen een dergelijk systeem staan mannen en vrouwen diametraal tegenover elkaar. Mannen worden gelijkgesteld met het universele standpunt en bijgevolg beperkt tot wat Hartsock definieert als ‘abstracte mannelijkheid’. Vrouwen daarentegen worden vastgepind op de specificiteit van hun geslacht als de ‘tweede sekse’. Zoals De Beauvoir opmerkte, is de prijs die mannen betalen om het universele te vertegenwoordigen het verlies van lichamelijkheid, of het verlies van genderspecificiteit in de abstractie van fallische mannelijkheid. De prijs die vrouwen betalen, is het verlies van subjectiviteit door overbelichaming en de beperking tot hun genderidentiteit. Dit resulteert in twee dissymmetrische posities.

Deze twee verschillende posities leiden ook tot uiteenlopende strategieën bij het zoeken naar alternatieven. De mannelijke en de vrouwelijke manier om het fallo-logocentrische socio-symbolisch contract te overstijgen, verschilt aanzienlijk. Vrouwen dienen hun subjectiviteit opnieuw in bezit te nemen door hun beperking tot het lichaam te verminderen, en aldus werk te maken van de deconstructie van het lichaam. Mannen daarentegen, moeten hun geabstraheerde lichaam opnieuw in bezit nemen, door sommige van de exclusieve rechten op transcendentaal bewustzijn af te werpen. Mannen moeten belichaamd worden, moeten werkelijk worden, door de pijn van de herbelichaming gaan, van incarnatie. Een schitterend voorbeeld van dit proces is de val van de engelen uit de opgeblazen hoogtes van de Berlijnse hemel in Wim Wenders’ film Der Himmel über Berlin. Wanneer de engelen voor de weg van de belichaming kiezen, wordt de pijn van de incarnatie met acuut inzicht aanschouwelijk gemaakt. Bell hooks beschrijft op scherpzinnige wijze het cultuurspecifieke karakter van een dergelijke opgave in haar nogal snedige interpretatie van de Teutonische angst in de film.27 Ze wijst, naar mijn mening terecht, op het typisch Westerse karakter van de vlucht uit het lichaam en de daarmee verbonden schepping van abstracte mannelijkheid als een systeem van heerschappij over een veelvoud van ‘anderen’. In haar eveneens cultuurspecifieke relaas over de nood aan een herziening van het fallo-logocentrische socio-symbolische contract, benadrukt Julia Kristeva echter ook de nood aan een herformulering van de positie van het vrouwelijk lichaam in dit systeem.

Het centrale punt om in gedachten te houden in de context van een discussie over cyberspace lijkt mij dan ook het volgende. Het laatste wat we op dit ogenblik nodig hebben in de Westerse geschiedenis is een vernieuwing van de oude mythe van transcendentie als een vlucht uit het lichaam. In de woorden van Linda Dement: een beetje minder abstractie zou welgekomen zijn.28 Transcendentie als ontlichaming zou net een herhaling zijn van het klassieke patriarchale model dat mannelijkheid als een abstractie consolideerde, en daardoor sociale categorieën van ‘belichaamde anderen’ essentialiseerde. Dit zou een ontkenning zijn van seksuele differentie als dissymetrie tussen de seksen. Bij de studie van de dissymetrie tussen de seksen, leg ik sterk de nadruk op het belang van taal, in het bijzonder in het licht van psychoanalytische theorieën. Door dit te doen, wil ik afstand nemen van de simplistische psychologie en het reducerende Cartesianisme dat zoveel cyberpunkliteratuur en cyberspacetechnologie kenmerkt. In tegenstelling hiermee, wil ik benadrukken dat de Vrouw niet enkel de geobjectiveerde andere van het patriarchaat is, eraan gebonden door ontkenning. Als de basis voor vrouwelijke identiteit, houdt de betekenaar Vrouw ook en tegelijkertijd een marge in van dissidentie en verzet tegen patriarchale identiteit.
Ik heb elders gesteld dat het feministische project interventies mogelijk maakt, zowel op het niveau van historisch handelen - het is te zeggen de kwestie van het invoegen van vrouwen in de patriarchale geschiedenis - als op dat van individuele identiteit en de politiek van het verlangen. Op die manier omvat het zowel het bewuste als het onbewuste niveau. Deze deconstructivistische benadering van vrouwelijkheid is op een erg sterke manier aanwezig in de politiek van de parodie die ik hierboven verdedigde. Feministische vrouwen die maatschappelijk blijven functioneren als vrouwelijke subjecten in deze postmetafysische dagen van het verval van de genderdichotomieën, doen ‘alsof’ Vrouw nog steeds hun locatie is. Maar door dit te doen, behandelen ze vrouwelijkheid als een optie, een serie beschikbare poses, een reeks van kostuums rijk aan geschiedenis en sociale machtsrelaties, maar niet langer vastgelegd of verplicht. Terzelfdertijd bevestigen en deconstrueren ze de Vrouw als een betekenisgevende praktijk.

Mijn punt is dat het nieuwe gecreëerd wordt door terug te keren naar het oude en het te verbranden. Zoals bij de totemmaaltijd die Freud voorstelde, moet je het dode geassimileerd hebben voor je in een nieuwe orde kan bewegen. De uitweg kan gevonden worden in mimetische herhaling en consumptie van het oude. We hebben rituelen van begraving en rouw om de doden nodig, inclusief en vooral het ritueel begraven van de Vrouw die was. We moeten vaarwel zeggen aan die tweede sekse, dat eeuwig-vrouwelijke dat aan onze huid vastkleefde als vergif, dat zich in ons beenmerg brandde, waar het aan ons wezen vrat. We moeten collectief de tijd nemen om te rouwen over het oude socio-symbolische contract en op die manier te kennen geven dat er nood is aan een verandering van intensiteit, een wisseling van tempo. Als feministen niet onderhandelen met de historiciteit van deze veranderingen, zullen de grote vorderingen van het feminisme met betrekking tot de bekrachtiging van alternatieve vormen van vrouwelijke subjectiviteit de tijd niet krijgen om tot hun maatschappelijke bloei te komen.

Het antwoord op de metafysica is metabolisme: een nieuw belichaamd wordingsproces, een verandering van perspectief die individuen toelaat om hun tempo en mate van verandering te bepalen terwijl ze zich bewegen in de richting van werkbare maatschappelijke vormen van consensus om onze cultuur aan te passen aan deze verschuivingen en veranderingen. In haar schitterende tekst In Memoriam to Identity, stelt Kathy Acker dat zolang ‘ik’ haar identiteit en sekse heeft, ‘ik’ niets nieuws is. Ik zou hieraan toevoegen dat, zolang men in grammatica gelooft, men in God gelooft. God stierf in de moderniteit en ondanks het feit dat de stank van zijn rottend lijk de Westerse wereld meer dan een eeuw gevuld heeft, zal er meer nodig zijn dan hysterische experimenten met slechte syntaxis of solipsistische fantasieën van joyrides om ons collectief uit deze vervallen maar nog steeds operationele fallo-logocentrische gekte te halen.

We hebben eerder behoefte aan meer complexiteit, veelheid en simultaneïteit, en we moeten gender, klasse, en ‘ras’ herformuleren in de zoektocht naar deze veelvormige en complexe verschillen. We hebben ook tederheid nodig, denk ik, en medeleven en humor om ons door de hoogtes en laagtes van onze tijd te loodsen. Ironie en zelfspot zijn belangrijke onderdelen in dit project en ze zijn nodig voor ons welslagen, zoals feministen zo divers als Hélène Cixous en French & Saunders duidelijk maakten. Of om het Manifesto of the Bad Girls te citeren: ‘De lach maakt van onze woede een instrument van bevrijding.’ In de hoop dat ons collectief onderhandeld Dionysisch gelach het oude regime inderdaad voor eens en altijd zal begraven, moet het cyberfeminisme een cultuur van blijmoedigheid en bevestiging cultiveren. Feministische vrouwen hebben, in hun streven naar socio-symbolische rechtvaardigheid, een lange geschiedenis van dansen op potentieel dodelijke mijnvelden. De dag van vandaag moeten vrouwen een dans door cyberspace ondernemen, al was het maar om te verzekeren dat de joysticks van de cybercowboys geen eenstemmige falliciteit reproduceren onder het mom van veelheid, en ook om te verzekeren dat de riot girls, in hun woede en hun visionaire passie geen ‘nieuwe orde’ creëren onder de dekmantel van een triomferend ‘vrouwelijke’.

Noten bij de vertaling:

(a) - Hoewel de termen ‘belichaming’ en vooral ‘ontlichaming’ en ‘herbelichaming’ niet gebruikelijk zijn in het Nederlands, hebben we er toch voor gekozen om embodiment, disembodiment en re-embodiment op deze wijze te vertalen, om de consistentie van begrippenapparaat van de auteur te behouden.

(b) - De begrippen ‘lokalisering’ (location) en ‘herlokalisering’ (re-location) in deze tekst verwijzen naar het idee van ‘gesitueerdheid’ (in tegenstelling tot abstractie en universaliteit), dat een centrale plaats inneemt binnen het feministische gedachtengoed, en ondermeer een uitdrukking vond in de noties van ‘politics of location’ (Adrienne Rich) en ‘situated knowledges’ (Donna Haraway). Om de band met die feministische traditie zichtbaar te laten, gaven we opnieuw de voorkeur aan een letterlijke vertaling.

--> pagina

-->eerste pagina

last modified: 01/11/2001 @ 11:19
Category : book

.: Special :.

On this section of the Cyberfeminist website, you can download:
the texts from our book,
the sound files from the accompanying CD
and
discuss
the translations in the forum.

 

Info webmaster/site

Webmaster :
Cyberf

Email : copy.cult@constantvzw.com