ref:
Cyberfeminism With A Difference
Rosi Braidotti
www.let.ruu.nl/womens_studies/rosi/cyberfem.htm
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Rosi Braidotti
vertaling: Sarah Bracke, Marleen Johanna Pas
De kracht van de ironie
Ironie is één van de vormen die de feministische culturele praktijk van het alsof aanneemt. Ironie is een systematisch toegediende dosis ontmaskering, een eindeloos plagen, een gezonde deflatie van oververhitte retoriek. Een mogelijk antwoord op de algemene nostalgie van de dominante cultuur kan niet samengevat worden, het kan alleen voorgesteld worden:
Geen spectaculair fin-de-siècle voor ons, hedendaagse statistische eenheden. Geen theatrale come-back op klaarlichte dag. Wij zijn de anti-Lazarus generatie van het post-christelijke tijdperk. Geen alarmkreet, geen tranen. Het tijdperk van tragische esthetische stilstand is vervangen door de principes van de fotokopie - de eeuwige verstrooide reproductie van Hetzelfde. Walter Benjamin en Nietzsche met I.B.M. en Rank-Xerox.
Verzonken in post-Beckett droefgeestigheid, ben ik het laatste greintje heelheid verloren. Ik voelde de impuls om te wachten, te wachten op de versnelde deeltjes. Niets erg tragisch, enkel het koude staalblauwe licht van de rede dat ons reduceert tot onbeduidendheid. Leven is louter een zich uitstrekken naar het niet-zijn, een levende zelfverloochening. Liefde is dood in de metropolis. Mijn stem is droog en sterft uit. Mijn huid is gebarsten en wordt ruwer bij elke klik van het digitale meesterbrein. De Kafkaëske plot werkt zijn weg door mijn genetisch apparaat. Gauw zal ik een gigantisch insekt worden, en ik zal sterven na mijn volgende copulatiepoging.
Zo zal de wereld eindigen, mijn postmortale minnaar, niet met een klap maar met het jankende zoemende geluid van kruipende insekten op een muur. De langpotige spinnen van mijn ontevredenheid, mijn hart als een kakkerlakkendelicatesse. S(t)imulerend, dissimulatie. Ze slaagden er niet in de onderhandelingsmarge open te houden, ze bleven precies in het doelwit totdat ze ons over de rand duwden, de periferie naar het centrum trekkend, en we werden weggeblazen uit het evenwicht. Afatisch. Zo mooi, immer zo mooi dat het mij deed verlangen naar de 19de eeuw, voor god stierf. Het moet aangenaam geweest zijn om te kunnen zeggen: God, het is waar! zonder dat de waarschijnlijkheden ons uit elkaar trokken.
Niet dat ik iets geef om het verlies van het klassieke verhaal. Lyotard vertelt ons alles over moderniteit en de legitimatiecrisis. Ik geef er niet om geen greintje van discursieve coherentie meer te hebben. Conceptueel gezien is het best een stimulerende positie, rijk aan epistemologisch potentieel, maar ik weet het: ik heb hiervoor al betaald. Diep in de kern van het gapende gat in mijn hart treur ik om het verlies van metafysische grandeur, ik treur om het verlies van de goddelijke liefde. Ik mis het sublieme, terwijl we ons allen in het belachelijke storten.
Ja, de wereld zal vergaan, mijn post-Zarathustra vriend. Hij zal uitgaan als een kaars. Sterven is een kunst die een zekere flair vraagt. En jij doet het uitzonderlijk goed, jij doet het zodat het als een hel voelt, jij doet het zodat het echt voelt. We doden enkel de tijd. Ik hoop dat je het doden op tijd doet. Onvoorwaardelijke overgave, o Hiroshima mon amour, mijn eigen Enola Gay. Welk onsterfelijk oog schetste jouw adembenemende dissymetrie? Welke injectie van post-Heideggeriaanse angst, welk fataal nucleair lek traumatiseerde je tot deze staat van emotionele incompetentie? Wanneer veranderde je in deze autistische machine, een verzameling van niet-geïntegreerde circuits? Waar is je doodsverlangen de juiste richting uitgegaan, mijn posthumane reisgenoot?
Je bent een elektrificerende kabel als je ontbloot bent. Nauwelijks een zelf, een eenheid, een individu in om het even welke oude humanistische zin van het woord. Heraclitus opnieuw bezocht met Deleuze, je belichaamt het onthoofde moderne subject. Je hebt jezelf tot pure wording uitgeroepen, maar je was eigenlijk niet meer dan een weerspiegeling, een bewegend synthetisch beeld - ééndimensioneel en toch multifunctioneel.
En zijn dit nu Deleuzes machines désirantes? Is dit wat Lyotard bedoelde? En Baudrillard met zijn hyperreëel en simulacrum? Zijn dit allemaal slechts metaforen voor het metabolisch failliet dat we meemaken? Uiteraard maken al deze necrofilische vertogen mij nerveus en als je mijn brein had, dan werd jij het ook. Ik ben een menselijk, geslachtelijk, sterfelijk wezen van de vrouwelijke soort, begiftigd met taal. Noem mij maar - vrouw.
Feministische visies op sciencefiction
De posthumane conditie gaat gepaard met een vervaging van de gendergrenzen. Ik denk echter dat dit niet altijd in het voordeel van vrouwen werkt. Vele feministen hebben zich zowel op het schrijven als het lezen van sciencefiction gericht om de impact van de nieuwe technologische wereld op de representatie van seksuele differentie te beoordelen. Alle fans weten dat sciencefiction gaat over fantasieën over het lichaam, in het bijzonder het reproducerende lichaam. Sciencefiction verbeeldt alternatieve systemen van voortplanting en geboorte, gaande van het eerder kinderlijke beeld van babys die uit bloemkolen komen, tot monsterlijke geboorten uit onnoembare lichaamsopeningen. Dit leidt tot wat Barbara Creed definieerde als het syndroom van het monsterlijke vrouwelijke.20 Het is bijgevolg geen toeval dat in Alien - een klassieker in het genre - de centrale computer van het ruimteschip Moeder heet en dat ze slecht is, vooral ten opzichte van de heldin (Sigourney Weaver). De moederfunctie in deze film is verdrongen: ze plant zich voort door, als een monsterlijk insekt, eitjes te leggen in menselijke magen door middel van een fallische penetratie van de mond. De film bevat vele scènes waarin kleinere schepen of luchtvaartuigen uit het moedergeleide monsterlijke en vijandige ruimteschip gestoten worden. De Moeder is een almachtige genererende kracht, pre-fallisch en kwaadaardig: zij is de onvoorstelbare, bodemloze put waaruit alle leven en dood afkomstig zijn.
In navolging van de feministische kritieken op sciencefiction, verdedig ik de stelling dat sciencefiction horrorfilms spelen met mannelijke angsten en ze verdringen door alternatieve perspectieven op beelden van reproduktie uit te vinden, waarin het vrouwelijke lichaam gemanipuleerd wordt. Julia Kristeva stelde dat de horror van deze films te wijten is aan het spel met een verdrongen en gefantaseerde moeder functie, die de sleutel tot de oorsprong van zowel leven als dood bevat. Net zoals Medusas hoofd, kan men de weerzinwekkende vrouw overwinnen door haar om te vormen tot een embleem, met andere woorden door haar tot fetisj te maken.21 Enkele vormen van posthumane voortplanting die in sciencefiction geëxploreerd worden, zijn klonen (The Boys from Brazil) en parthenogenese (The Gremlins). Een andere gemeenplaats is de bevruchting van vrouwen door buitenaardse wezens, zoals in klassiekers uit de jaren 50 als I married a Monster from Outer Space, Village of the Damned, en in psychologische dramas zoals Rosemarys Baby. De creatie van de mens als machine is eveneens behoorlijk populair (Inseminoid, The Man Who Folded Himself), waarbij seksuele betrekkingen tussen vrouw/machine komen kijken, als variatie op vrouw/duivel thema (Demon Seed, Inseminoid). Steven Spielberg is trouwens de meester van de mannelijke voortplantingsfantasieën. De film Indiana Jones is een perfect voorbeeld: nergens een moeder te bespeuren, maar God de vader is alomtegenwoordig. Of de reeks Back to the Future die hij produceerde, waarin de fantasie van een tienerjongen om aan de oorsprong van zichzelf te liggen ten volle wordt uitgediept.22
Modleski wees erop dat in onze hedendaagse cultuur mannen beslist aan het flirten zijn met het idee om zelf babys te maken. Een deel hiervan is relatief naïef en neemt de vorm aan van experimenten met onmiskenbaar nuttige maatschappelijke vormen van nieuw vaderschap.23 In de postmoderniteit daarentegen, moet deze mannelijke angst over de ontbrekende vader geïnterpreteerd worden in het licht van de nieuwe reproductieve technologieën. Deze vervangen vrouwen door technologische instrumenten - de machine - in een hedendaagse versie van de Pygmalion-mythe, een soort high-tech My Fair Lady.24
Als je naar de hedendaagse reconstructie van vrouwelijkheid en mannelijkheid in de mediacultuur kijkt, word je onvermijdelijk getroffen door het verschraalde karakter ervan. Neem bijvoorbeeld mannelijkheid in de alternatieve versie van Cameron-Schwarzenegger of Cronenberg. Cameron en Cronenberg zijn de grote herscheppers van het posthumane mannelijke subject. Ze representeren twee tegenovergestelde trends. Cameron stort zich op wat Nancy Hartsock abstracte mannelijkheid noemt, door middel van een hyperreëel mannelijk lichaam in de vorm van Schwarzenegger. Cronenberg daarentegen doet de fallische mannelijkheid in twee uiteenlopende richtingen uiteenspatten: enerzijds de psychopatische seriemoordenaar en anderzijds de hysterische neurose van de sterk vervrouwelijkte man. Die laatste wordt ook geprezen door Arthur en Marielouise Kroker, de in Toronto gevestigde academici.
In cyberpunk is het thema van de dood en het ritueel begraven van het lichaam zo prominent aanwezig dat het de voortplantingsfactor overschaduwt. We weten allen hoe sterk cyberpunk door mannen gedomineerd wordt. Beweren dat het de mannelijke fantasieën en in het bijzonder een mannelijk doodsverlangen weerspiegelt, zou bijgevolg een understatement zijn. Cyberpunk droomt ervan het lichaam te laten oplossen in de Matrix (zoals in mater of kosmische baarmoeder). Dit treft mij als de ultieme climax van de kleine jongen: de terugkeer naar het organische en immer uitdijende vat van de Grote Moeder. Dergelijke beelden van de kosmos vind ik erg melig, maar ook vrij essentialistisch in hun voorstelling van de kosmische kracht van de archaïsche moeder als het almachtige vat van dood en leven. Nogmaals, een begrip van seksuele differentie als dissymetrie resulteert in verschillende posities met betrekking tot de archaïsche moeder.
Wij, de riot girls, die heel ons leven achtervolgd, lastig gevallen en onderdrukt werden door de Grote Moeder, wij die ons van haar moesten bevrijden en haar moesten verjagen uit de donkere uithoeken van onze ziel, wij hebben een andere verhaal te vertellen. Het beroemde bevel van Virginia Woolf is hier relevant: de creatieve vrouw moet de engel in het huis die de oudste lagen van haar identiteit bewoont, doden. Het is het beeld van de verzorgende, voedende, zelfopofferende, zachte vrouw die zelfverwerkelijking in de weg staat. Men kan niet verwachten dat vrouwen met gemak kunnen delen in de fantasie van een terugkeer naar de Matrix. Integendeel: we willen eruit en snel. Wij, de riot girls, willen onze eigen dromen van kosmische ontbinding, we willen onze eigen transcendentale dimensie. Houd jullie matrixdromen maar, jullie doodsverlangen is niet het onze, geef ons beter de ruimte en de tijd om onze eigen wensen te ontwikkelen en uit te drukken, anders worden we echt kwaad. En woede zal ons aanzetten om jullie te straffen, door in ons dagelijkse leven jullie eigen ergste fantasieën over vrouwen werkelijkheid te laten worden. Zoals Bette Midler, die andere grote simulator, zei: Ik ben alles waarvan je vreesde dat je kleine meisje het zou worden - en je kleine jongen.
Met andere woorden, als een vrouwelijke feminist die afstand genomen heeft van de traditionele vrouwelijkheid en die nieuwe vormen van subjectiviteit bekrachtigd heeft, weet de riot girl hoe ze gebruik kan maken van de politiek van de parodie: ze kan vrouwelijkheid uitbeelden op haar extreme en extreem vervelende manier. Om dergelijke uitbarstingen van vrouwelijke feministische woede te vermijden, is het raadzaam om te gaan zitten voor een goed gesprek en over de marges van de wederzijdse verdraagzaamheid te onderhandelen.
De cyberverbeelding
Terwijl dit soort onderhandelingen plaatsvindt, blijft de genderkloof met betrekking tot het gebruik van de computer alleen maar groeien: zowel wat betreft de toegang van vrouwen tot computervaardigheden, internetuitrusting en andere dure technologische apparatuur, als hun deelname in het programmeren en het ontwerpen van de technologie. Op een vergelijkbare manier blijft de kloof tussen de eerste en derde wereld met betrekking tot de toegang tot de technologie eveneens groter worden. Het is steeds in tijden van grote technologische vooruitgang dat de Westerse cultuur zijn meest hardnekkige gewoontes herhaalt, in het bijzonder de tendens om verschillen te creëren en deze hiërarchisch te ordenen. Dus terwijl de computertechnologie schijnbaar een wereld voorbij genderverschillen belooft, wordt de genderkloof steeds groter. Al het gepraat over een hele nieuwe telematische wereld verhult de steeds groeiende polarisatie van bronnen en middelen, waarbij vrouwen de hoofdverliezers zijn. Er zijn sterke aanwijzingen dat de verschuiving van de conventionele grenzen tussen de seksen en de toename van allerlei soorten verschillen door de nieuwe technologieën, niet half zo bevrijdend zal zijn als de cyberkunstenaars en de internetverslaafden ons willen doen geloven.
In een analyse van de hedendaagse cyberverbeelding verdient de culturele produktie rondom de virtual-realitytechnologie een speciale melding. Het gaat hier om een geavanceerde, met de computer ontworpen werkelijkheid, die zeer bruikbaar is in medische of architecturale toepassingen, maar bijzonder arm in verbeeldingskracht, vooral op het vlak van genderrollen. Design en animatie met behulp van de computer hebben een groot creatief potentieel, niet enkel voor professionele doeleinden zoals architectuur en geneeskunde, maar ook voor amusement, en in het bijzonder videospelletjes. De trainingsprogrammas voor piloten van gevechtsvliegtuigen liggen aan de oorsprong van deze technologie. De Golfoorlog werd uitgevochten met virtual-realitymachinerie (al blijft het resultaat het gebruikelijke bloedbad). De produktiekosten van virtual-reality-apparatuur zijn tegenwoordig simpelweg gedaald, zodat ook mensen buiten de NASA ze zich kunnen veroorloven.
Feministische onderzoeksters in dit veld hebben reeds gewezen op de paradoxen en gevaren van de hedendaagse vormen van ontlichaming die met deze nieuwe technologieën gepaard gaan. Ik ben vooral getroffen door de halsstarrigheid waarmee pornografische, gewelddadige en vernederende beelden van vrouwen nog steeds circuleren in deze zogenaamde nieuwe technologische produkten. Ik ben bezorgd over de programmas die virtuele verkrachting en moord mogelijk maken. De Lawn Mower Man is bijvoorbeeld één van de commerciële films die virtual-realitybeelden bevat, die eigenlijk niets meer zijn dan computerbeelden. Het gaat hier volgens mij om een erg middelmatig gebruik van krachtige beelden. De film gaat over een wetenschapper die voor de NASA werkt en geavanceerde hersenmanipulerende technologieën ontwikkeld heeft. Eerst gebruikt hij een chimpansee als object van een wetenschappelijk experiment, en vervolgens een mentaal gehandicapte man, wiens brein uitgebreid wordt door deze nieuwe technologie.
De beelden van de penetratie van het brein zijn cruciaal voor de visuele impact van de film: het gaat helemaal over het zich openen voor de invloed van een hogere kracht. Je kan dit vergelijken met Cronenbergs geïnvagineerde mannelijke lichamen, die in Videodrome gepenetreerd worden door een elektronenstraalbuis, of meer recent met de hersenimplantaten in Johnny Mnemonic. Dankzij deze technologie ontwikkelt de mentaal gehandicapte man zich eerst tot een normale jongen en vervolgens tot een bovenmenselijke figuur. De reconstructie van mannelijkheid in deze film toont de evolutie van idioot / kleine jongen / adolescent / cowboy / verlies van maagdelijkheid / geweldige minnaar / macho / verkrachter / moordenaar / seriemoordenaar / psychopaat. De film roept vragen op over de interactie tussen seksualiteit en technologie, en over beide als vormen van masturberende en mannelijke macht.
In een tussenstadium van zijn ontwikkeling, beweert hij dat hij God kan zien en wil hij deze ervaring met zijn vriendin delen, om haar het ultieme orgasme te bezorgen. Wat volgt is een scène van psychische verkrachting, waarbij de vrouw letterlijk uit elkaar barst en buiten zinnen geraakt. Vanaf dat ogenblik blijft de vrouw krankzinnig, terwijl de jongen verder evolueert tot een goddelijke figuur, een seriemoordenaar, en uiteindelijk een natuurkracht. Terwijl het mannelijke brein eerst god kan zien en vervolgens kan worden, begeeft het vrouwelijke brein het onder de druk.
Als feministe kan je niet anders dan getroffen worden door de hardnekkigheid van genderstereotiepen en misogyne trekjes. De zogezegde triomf van de high-tech gaat niet gepaard met een sprong voorwaarts van de menselijke verbeelding om nieuwe beelden en representaties te creëren. Integendeel, wat ik zie is de herhaling van heel oude themas en clichés, onder het mom van nieuwe technologische ontwikkelingen. Het is het zoveelste bewijs dat er meer nodig is dan apparatuur om denkpatronen en mentale gewoontes daadwerkelijk te veranderen. De fictie van de wetenschap - het thema van sciencefictionfilms en -literatuur - vereist meer verbeelding en meer gendergelijkheid wil zij tot een nieuwe voorstelling van een postmoderne mensheid komen. Deze technologie is slechts bruikbaar als onze cultuur de uitdaging kan aannemen en passende nieuwe vormen van expressie bedenkt.
Eén van de grote contradicties van virtual-realitybeelden is dat ze onze verbeelding prikkelen en de mirakels en wonderen van een wereld zonder gender beloven, terwijl ze tegelijkertijd sommige van de meest banale en platte beelden van genderidentiteit, maar ook van klasse- en rassen-verhoudingen reproduceren. Virtual-realitybeelden prikkelen onze verbeelding op een manier die eigen is aan de pornografische representatie. De verbeelding is een erg gegenderd gebied en de vrouwelijke verbeelding is altijd voorgesteld als een storende en gevaarlijke eigenschap, zoals de feministische filmtheoretica Doane het stelde.25
De armoede van de verbeelding in virtual reality is des te opvallender in vergelijking met de creativiteit van sommige van de vrouwelijke kunstenaars die ik eerder vermeldde. Vergeleken met hen zijn de banaliteit, het seksisme, en het repetitieve karakter van de door middel van computer ontworpen videospelletjes weerzinwekkend. Zoals gebruikelijk in tijden van grote veranderingen en omwentelingen, roept het potentieel van het nieuwe grote angsten en soms zelfs nostalgie voor het vorige regime op.
En alsof de ellende van de verbeelding nog niet genoeg was, wordt de postmoderniteit gekenmerkt door de wijdverspreide impact van en kwalitatieve verandering in de pornografie op elk cultureel terrein. Pornografie gaat meer en meer over machtsrelaties en minder en minder over seks. In de klassieke pornografie was seks een middel om machtsrelaties uit te drukken. De dag van vandaag kan alles een dergelijk middel worden: het cultuur-worden van pornografie betekent dat om het even welke culturele activiteit of cultuurprodukt gecommodificeerd kan worden en via dit proces ongelijkheden, patronen van uitsluiting, fantasieën van overheersing, verlangens naar macht en controle kan uitdrukken.26
Het centrale gegeven hierbij blijft een kloof van geloofwaardigheid tussen enerzijds de beloftes van virtual reality en cyberspace en anderzijds de kwaliteit van wat ze verwezenlijken. Het lijkt me bijgevolg dat dit nieuwe technologische grensgebied op korte termijn de genderkloof zal verscherpen en de polarisatie tussen de seksen zal versterken. We zijn opnieuw bij de oorlogsmetafoor aanbeland, maar nu is haar locatie de werkelijke wereld en niet de hyperruimte van abstracte mannelijkheid. Haar protagonisten zijn geen computerbeelden, maar de reële sociale actoren van de postindustriële urbane landschappen. De meest effectieve strategie blijft dat vrouwen de technologie aanwenden om onze collectieve verbeelding vrij te maken van de fallus en zijn bijbehorende waarden: geld, uitsluiting en dominantie, nationalisme, iconische vrouwelijkheid en systematisch geweld.
-->pagina
-->volgende pagina
last modified: 01/11/2001 @ 11:18
Category : book
|